Dans
Dans is de manier waarop leerlingen hun gevoelens kunnen uiten door lichamelijke bewegingen. Hier kunnen ze zich dus volledig op hun plaats voelen. Bij sommige is duidelijk te zien dat ze helemaal opbloeien tijdens dansen, hun zelfvertrouwen groeit dan ter plekke. Dansen is heel vanzelfsprekend een duidelijke verbetering van lichamelijke leren bewegen. Een van de belangrijkste onderdelen van dans is dansexpressie. Met herkenbare onderwerpen en inspiratiebronnen (afbeeldingen, verhalen, attributen, muziekfragmenten geven kinderen ideeën, gevoelens, ervaringen en gebeurtenissen vorm in dans. Ze drukken zich uit en leren hoe ze hun lijf daarvoor kunnen gebruiken. Bij dansexpressie is het belangrijk dat er altijd een onderwerp centraal staat en er gefocust wordt op het uiten van dat onderwerp in de dans.
Kinderen leren tijdens het dansen verschillende danselementen te gebruiken.
Tijd:
- Duur: langere of kortere tijd bewegen.
- Tempo: snel of langzaam (vertragen, versnellen, stoppen enzovoort).
- Ritme: regelmatig en onregelmatig.
- Frasering: begin, verloop, einde van een beweging.
Kracht:
- Beweging met spanning, ontspanning, zwaar of licht.
Ruimte:
- Dansrichting: voor, achter, links, rechts, diagonaal, in cirkels of patronen.
- Danslagen: hoog (op de tenen, springend), midden (gebogen romp en knieën) of laag (op de grond zittend, kruipend, liggend, rollend).
Bewegingskwaliteit:
- Vloeiende beweging van stromend water of staccato beweging van een robot. Dit wordt bepaald door gebruik te maken van ruimten, tijd en kracht.
Hieronder is een video geplaatst dat een mooi voorbeeld is over hoe een bepaalde dans voor kinderen blijdschap kan uitstralen. Bij deze dans staat ook blijdschap en geloof centraal dat is mooi terug te zien.